Mijn leven met kanker: Van Overleven naar Leven
Wanneer je hoort dat je kanker hebt, voelt dat alsof een orkaan je veilige huis met verwoestende kracht tegen de grond kwakt en versplintert.
Vrij snel heb ik begrepen dat mijn wil en kracht om mijn huis te herbouwen ervoor gezorgd hebben dat ik dit lot tot een levensreis kan ombouwen. Een levensreis waarbij ik thuis kan komen. Waar dat thuis dan ook mag zijn.
Ze zeggen dat je een last beter kunt dragen als je er een verhaal over kunt vertellen.
Ondersteund door beelden ben ik tijdens mijn borstkankerproces mijn verhalen gaan opschrijven. Zo bracht ik mijn hele proces onder woorden. Dat is mijn manier om mijn huis weer op te bouwen en thuis te komen.
Mijn verhaal over het lot dat mij toebedeeld is, begint op 28 september 2013. Mijn partner ontdekt een flinke knobbel in mijn rechter borst. Paniekerig tast ik naar de aangewezen plek. Heel mijn wezen probeert de bobbel weg te redeneren om het er vooral niet te laten zijn. Ongeloof en paniek strijden om voorrang. Ons liefdevol samenzijn verandert in seconde tot een angstige en rusteloze zaterdagnacht.
Dan volgt er de zondag, de dag die compleet gehuld is in angstige duisternis en die verloopt als een klok waarvan de wijzers worstelen om vooruit te komen. Uiteindelijk wordt het toch maandag. Geen start van een werkweek voor mij. Bij het begin van deze week gaat het leven van mij en mijn partner totaal over de kop. Het is dan dat er een leven geboren wordt waarbij de dood een grimmige en angstaanjagende rol speelt. Waarop mijn leven elke dag die er volgt, steeds verder afbrokkelt en afscheid nemen een hoofdthema wordt. Te beginnen bij het afscheid nemen van mijn cliënten die ik therapeutisch begeleid.
Vadertje tijd krijgt dan ineens haast. Er moet gehandeld worden. De kanker blijkt een sluipmoordenaar van de ergste soort te zijn. Het medisch protocol wordt al snel duidelijk.
- De amputatie van de rechter borst.
- Intensieve bestralingen.
- Vier zware chemo’s waarbij ik al mijn haar verlies
- Twaalf lichtere chemo’s.
- Immunotherapie.
- Vijf jaar Hormoonkuur.
Hoe zwaar het protocol ook lijkt, er is hoop voor de toekomst: er gloort beterschap. De diagnose en het behandelplan is duidelijk. Ik ga er helemaal voor.
Tijdens het schrijven in mijn dagboek krijgt mijn rechter borst de naam ‘Annabel’, en ik start een blog die ik naar haar vernoem. Zo krijgt het dagboekschrijven er een zusje bij, blog Annabel. Ik organiseer voor mij en mijn man een afscheidsritueel van mijn borst. Intuïtief voelt dat als heel belangrijk. En het wordt een ontroerend afscheid bij Queeste – centrum voor persoonlijke ontwikkeling, onder begeleiding van Karin Roozemond.
Ik vraag aan Petra Smits, Kunstenares en Creatief Therapeut, of zij mij wil helpen bij het maken van een kunstwerk, waarin mijn rechterborst ‘Annabel’, centraal staat. En we beginnen met het maken van een gipsafdruk van Annabel.
Bij het centrum Cabane, het Centrum voor leven met kanker, maak ik afspraken om te gaan tekenen en schilderen. Zo begin ik naast mijn dagboek en blog, een beeldboek te maken. Daarbij vraag ik Hennie Marks, een bevriende fotograaf, of hij met mij een fotoserie wil maken, waarin ik mijn proces zichtbaar maak met behulp van mijn eigen beschadigde en gekwetste lichaam.
Het is een prachtig, intens en ontroerend reisverslag geworden met al haar diepte en hoogtepunten. Deze creatieve reis geeft uiting aan alles wat sterft en leeft in mij.
Medisch gezien gaat zo’n beetje alles mis.
Wanneer mijn borst, Annabel, geamputeerd is, zorgt een nabloeding ervoor dat ik op mijn 58ste verjaardag, nogmaals geopereerd moet worden.
Tijdens de bestralingen verbrandt mijn slokdarm en ontstaat er een chemische longontsteking in mijn rechterlong. Na de 1ste chemo word ik met hoge koorts opgenomen in het ziekenhuis. Na de 2de chemo krijg ik een dubbele longontsteking. Na de 3de chemo moet ik opnieuw opgenomen worden, weer met hoge koorts. Een dag later loopt de koorts zelfs op naar 43 graden, wat ik bijna niet overleef. Natte koude doeken halen mij terug naar de wereld van de levenden.
De Vlucht van de Ooievaar Vlucht van leven – dood – leven
Het is de derde dag na die zeer, zeer hevige koortsaanval, waarbij ik ternauwernood aan de dood ontsnapte. Het is 5 uur in de morgen. Ik zweef tussen waken en slapen. Als in een droom word ik opgenomen in de film waar ik naar kijk en tegelijkertijd ook onderdeel van uitmaak.
Ooievaars cirkelen rond in goudkleurig warm licht, dat omhoog straalt vanuit de enorme berg die in de zon staat te baden. Op de thermiek die de warmte veroorzaakt, vliegen de ooievaars hoger en hoger. Ik voel dat ik op dezelfde vleugels mee omhoog gedragen word. Ik ben één van hen. Ik merk hoe nodig ik het heb, hoe belangrijk deze energie, deze thermiek is om verder te kunnen. Ik ervaar hoe mijn vermoeide vleugels zich kunnen ontspannen omdat ik me kan laten dragen door de warmte die van beneden naar boven stijgt. Het ontroert me dat ik samen ben met honderden andere vrouwelijke ooievaars. We maken deze zware reis samen, met alle gevaren die er zijn. En we blijven net zo lang rondcirkelen totdat we genoeg kracht hebben en genoeg hoogte hebben om op de thermiek het volgende deel van de reis te kunnen overbruggen.
Het beeld verschuift als een flashback in een film naar de werkelijkheid van het nu. Ik kijk naar mijn borstkankerproces.
De moeizame stappen die ik daarin heb gezet. De tegenslagen die erop volgden. De vele reacties van warmte, licht en ondersteuning van mijn geliefden en vrienden. Deze ondersteuning is als de thermiek die me op vleugels mee omhoog draagt. Het geeft mij voldoende kracht om het volgende deel van de reis te overbruggen.
Weer verandert het beeld.
We vliegen boven zee. We zijn blijkbaar afgedwaald. Er is geen thermiek en ik moet met mijn vleugels vele slagen achter elkaar maken om in de lucht te blijven. Het is een zware klus. Mijn vleugels voelen als dodelijk vermoeide vlerken die niet meer verder kunnen. Maar het moet, want als ik opgeef kom ik te dicht bij het water. En als mijn vleugels het water raken, val ik in zee en verdrink. Oververmoeid merk ik dat ik verder verwijderd raak van mijn ooievaarszusters.
Dan verschijnt er luid krijsend een zeearend boven mij. Ik voel zijn klauwen in mijn rug als scherpe pennen die mij naar beneden duwen, het dodelijke water tegemoet. Om onder zijn greep vandaan te komen kantel ik wanhopig mijn romp en vleugels heen en weer, zover als ik kan. En het lukt! De zeearend verliest zijn greep en ik ontsnap.
Mijn vleugels voelen aan als zware natte lappen en ik dreig alsnog in zee te storten.
Als door een wonder doemen er grote, hoge rotsen op uit de zee. De lucht wordt warm en de thermiek is voelbaar.
We stijgen op als een warme luchtballon naar de zon. M’n vleugels kunnen rusten op de thermiek. Daar kom ik op krachten voor het volgende deel van onze reis. Ik voel me als herboren.
Opnieuw een flashback. Van de zeearend. Die sterke krachtige vogel die als een totemdier centraal stond in mijn leven. Mijn leven waarin ik, als een uitgestoten jong, wilde opgroeien als een mens met een duidelijk ‘ik’-beeld. Een vrouw die weet wat ze wil, een individu die iets te doen heeft in deze wereld. Die net als elke zeearend grote hoogten kan bereiken en zo dicht mogelijk bij de zon wil kunnen vliegen. En er waren tijden dat ik dat ook heel fijn vond en mij gewaardeerd voelde. Nu word ik mij ervan bewust dat een zeearend alleen werkt en afstand creëert. Het voelt alsof ik van mijn ooievaarszusters verwijderd raak. Het verwijderd raken van de manier waarop ik met mensen wil leven en werken. En, dat wil ik niet meer. Ik wil samenwerken, samen groeien, geïnspireerd worden en verbonden blijven.
Daar waar geen thermiek is, waar elke vleugelslag gemaakt moet worden om in de lucht te blijven, is ook een mensenleven een doodlopende vlucht.
De droom gaat verder alsof ik in een bioscoop zit te kijken naar een film die mij bijzonder aangrijpt. Een mannetjes ooievaar heeft zijn reis volbracht en strijkt neer op zijn nest. Als een onrustige bruidegom knapt hij zijn huis op om zijn bruid te ontvangen. Het ontroert me diep. Er breekt een onzekere tijd aan. Zal zij terug komen? Overleeft zij de gevaarlijke reis?
De flashback brengt mij nu naar mijn man Hans. Zijn wachten op mij is als de ooievaar die zijn huis opknapt. Hij regelt en zorgt. Is ongerust over de grote gevaren die ik moet trotseren. Hij kan niet anders dan wachten en hopen dat ik de reis overleef. Hij kan de reis niet voor mij maken en ik kan zijn wachten en de daarmee gepaard gaande angsten niet voor hem dragen of verzachten. Wij reizen ieder op onze eigen manier met de uitdagingen en de gevaren die we tegenkomen. Die zullen we ook echt moeten aangaan, net zoals de ooievaars dat doen. Alleen dan komen we weer thuis op de vertrouwde grond van ons bestaan. Daar waar we, door de opgedane wijsheid uit de ervaringen die we in deze intensieve reis hebben meegemaakt, nieuw leven kunnen voortbrengen. Ik vlieg op ooievaarsvleugels mijn partner tegemoet. Al klepperend en dansend vieren we onze thuiskomst. We zijn weer thuis, en er is nieuw leven op komst.
Ik mijmer na in dat ziekenhuisbed waar mijn visioen die ochtend om 5 uur begon.
Ik ben ontroerd, want er wordt op mij gewacht en naar mij uitgekeken.
Ook door dit beeld dat laat zien dat er toekomst is voor mij. Met de dood onder ogen gekomen, treed ik het leven tegemoet.
Het ontdekken en stimuleren van ieders eigen “Vlucht van de Ooievaar” op weg naar nieuw leven
Ik voel dat er zelfs uit de meest uitzichtloze situaties hulpbronnen te voorschijn komen waardoor ik weer opgetild word. Net zoals de grote, hoge rotsen opdoemden uit de zee.
Ik leef, en hoe! En ik weet dat samenwerken, elkaar inspireren op de reizen die we maken, van onschatbare waarde is. Dat het gelukkiger en sterker maakt dan dat je het allemaal alleen moet doen. Daar waar zusterschap samengesmolten raakt ontstaat thermiek onder de vleugels. Worden we gedragen en komen we thuis, waar dat ook mag zijn.
Op mijn vlucht van leven – dood – leven, waar ik de broeders Wanhoop en Woede samen met de zusters Angst en Paniek ontmoette, heb ik tijd nodig gehad om deze broeders en zusters ruimte en plek te geven. Ik weet hoe belangrijk en helend dat is. Want ook al volgden er nog veel teleurstellingen en wanhopige momenten tijdens mijn verdere reis, de kracht om het verhaal te vertellen en er creatief vorm aan te geven, gaf mij telkens weer de moed om door te gaan. Het gaf mij ook het besef dat ik de zin van het leven zoals het zich aan mij voordoet, zal kunnen nemen in al haar facetten.
Door dit deel van mijn levensreis in kaart te brengen, ben ik veranderd. Ik ben thuisgekomen, net zoals de ooievaar elk jaar opnieuw thuiskomt van zijn reis uit het zuiden. En ik leef verder met mijn leven met kanker. En omdat ik vrijwel alle behandelingen vroegtijdig heb moeten stoppen, voelt het regelmatig heel spannend.
Bij de laatste controle liet de infraroodscan een ernstig verhoogde fysiologische activiteit zien bij de geamputeerde borst. Dat baart zorgen en onrust over terugkeer van de kanker. De MRI-scan in het ziekenhuis wijst uit dat er geen tumoren te zien zijn. Gelukkig, ppfff.
Mijn leven met kanker blijft een continuele levens-uitdaging, totdat de dood mij van mijn lichaam scheidt. Tot die tijd, of die nu lang of kort zal zijn, leef ik mijn leven vol passie. Met het bewustzijn dat uit elke dood nieuw leven groeit.
Heb je vragen na het lezen van dit verhaal, voel je welkom, dan kun je via deze link contact met me opnemen.